(dan beloof ik niet op je rug te springen)
De pijn in mijn linkerbeen door bloedvat en zenuwbanenletsel kan ik aan. Het dragen van een brace vanwege complex bandenletsel aan mijn rechterbeen ook. De behandelingen bij mijn fysiotherapeut drie keer per week zijn niet altijd even aangenaam, maar zinnig zijn ze wel. Ik loop en ik ben onderweg naar lichamelijke onafhankelijkheid en volledige zelfregie. De orthopedisch chirurg van mijn rechterbeen heeft bevestigd dat een kostbare en risicovolle operatie kan worden uitgesteld of zelfs voorkomen wanneer ik deze weg blijf bewandelen. Als ik op deze voet doorga kan ik over een tijdje zelfstandig mijn gezondheid op peil houden in een sportschool met af en toe een onderhoudsconsult bij een specialist. JOEHOE!
Te vroeg juichen is nooit een goed idee. Op deze voet doorgaan, gaat binnenkort niet meer. Mijn Zorgverzekeraar kan de goede weg die ik ben ingeslagen niet vergoeden en ik kan alle zorg niet betalen. AU!
Dit is een ander soort pijn dan de pijn die ik voelde toen een paar ton rupsbanden mijn beide benen vermorzelde. Ik weet nog wat ik voelde toen ik na maanden mijn eerste teen bewegen kon. De eerste graden buiging van mijn rechterbeen herinner ik me zo goed. De eerste keer staan. De eerste stappen zettend, ik lachte en huilde tegelijkertijd. Ik weet nog hoe ik, in een rolstoel, voor het eerst bij mijn fysiotherapeut kwam. Ik wil me niet voorstellen hoe het zal voelen om op diezelfde manier daar na anderhalf jaar te vertrekken.
Ik weet dat ik lastig ben (nee, nu even niet qua karakter). Complex ben ik, qua casus. En hoewel ik behoorlijk zelfredzaam ben, heb ik nog zorg nodig. Elk stukje zorg heeft effect op mijn hele lijf. Iedere winst die wordt geboekt versterkt elk geleverd stukje zorg. Wanneer de spierkracht in mijn linkerbeen groter is krijgt mijn rechterbeen meer steun. Als de verdikkingen van zenuwbanen in mijn voet verdwijnen zal ik pijnlozer kunnen lopen waardoor mijn rug minder hoeft te compenseren. Helaas werkt het ook omgekeerd.
De weg omhoog naar volledige zelfredzaamheid, is in rap tempo verandert in een vrije val naar beneden.
Vanaf het moment dat er een Lockdown werd afgekondigd, mocht mijn Chiropractor niet meer werken. Hoewel ik hem slechts eens in de paar maanden bezocht kon ik niet voorkomen dat ik nogal wat rugklachten kreeg omdat de wervels die blijven verschuiven niet op hun plaats werden gezet. Mijn fysiotherapeut besloot samen met de huisarts en met Prednison dat we de aandacht moesten verleggen van de beide benen naar de inmiddels fikse ontstekingen in mijn schouder. Mijn benen protesteerden. Mijn brein bedacht dat oude strategieën zoals ‘de pijn blokkeren’ best konden worden ingezet nu diezelfde Lockdown een wekelijks bezoek aan de traumatherapeut belemmerde. In overleg met de fysiotherapeut probeerde ik alsnog de route naar zelfregie te versnellen. Misschien zou ik alvast kunnen gaan oefenen in de sportschool zodat de gezondheid van de benen niet achterblijft? De fysiotherapeut ondersteunde zoals altijd mijn mogelijkheden tot hij een bericht van de Zorgverzekeraar ontvangt. De boodschap is duidelijk: De ingeslagen weg is als doodlopend bestempeld. Binnenkort kan de inzet van fysiotherapie niet meer worden bekostigd.
Damn!
Ik kost geld en dat is niet hetzelfde als kostbaar zijn. Mijn verbazing maakt plaats voor boosheid wanneer de verzekeraar me vertelt dat ze al voldoende coulant zijn geweest nu ik niet geopereerd wordt aan het complexe bandenletsel. Huh?! Hiermee voorkom ik toch juist een hele dure operatie die ook nog risico’s met zich mee brengt? En dan maakt de boosheid toch plaats voor schuldgevoel. Ik kost te veel. Nederland heeft al betaald voor de ambulance, de maandenlange ziekenhuisopname en de revalidatiekliniek. Ik zou eens wat dankbaarder kunnen zijn voor het feit dat ik er überhaupt nog ben. En nu wil ik ook nog zelfredzaam zijn en blijven lopen ten koste van het systeem waar ik niet in pas. Voor ik berust in die nieuwe werkelijkheid ga ik mijn Zorgverzekeraar een voorstel doen:
Als ik mag blijven lopen beloof ik niet verder te gaan dan dat. Ik zal niet gaan huppelen of hinkelen. Mijn focus verleg ik niet naar het rennen, dansen of stoeien. Hurken en knielen zal ik niet doen en zomaar spontaan bij iemand op z’n rug springen laat ik ook achterwege. Echt!